top of page
Foto van schrijverWalter van Rijsbergen

Het roemrijke verleden van de Rubenscantate

Er is ondertussen al een jaar voorbijgegaan na onze ‘dreunende’ Rubenscantate op de trappen van het KMSKA (09.2022).

Misschien een gelegenheid om ook eens een blik over de schouder te werpen naar een verder en nog roemrijker verleden (03.1951) :

1951 - Rubenscantate o.l.v. Lodewijk De Vocht

Op 17 maart 1951 verleende de Koninklijke Chorale Caecilia zijn medewerking aan de uitvoering van de Rubenscantate in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel onder de leiding van Lodewijk De Vocht.

De ‘Koninklijke’ was haar diezelfde maand, en in aanloop naar de viering van haar 35-jarig bestaan, vers verleend door zijne Koninklijke Hoogheid Prins Boudewijn.

Prins Boudewijn was ook beschermer van dit uitzonderlijke concert werd ingericht naar aanleiding van de herdenking van de 50ste sterfdag van Peter Benoit.


Zoals uit bijgaande tekst van Jan De Wilde (Publicatie SBA/AMVC 22 – pagina 58-59) blijkt waren er voorafgaand en aansluitend hetzelfde jaar nog uitvoeringen (zowel in Vlaanderen als in Wallonië).


Lodewijk De Vocht dirigeert de Rubenscantate.  Brussel 16 en 17 maart 1951
De Vocht Ieverde in 1951, samen met de Chorale Caecilia en het Conservatoriumorkest, een belangrijke bijdrage tot het Benoitjaar. Hii leidde vijf keer de Rubenscantate: twee maal te Antwerpen (10 maart in de K.N.S. en 1l maart in de Handelsbeurs) en te Brussel (16 en 17 maart) en één keer in Namen (1 juli). De concerten kenden een grote publieke belangstelling. 
De Vocht pleitte, bij die gelegenheid voor een herwaardering van Benoits oeuvre: "De eenvoud van een drieklank in al zijn onuitsprekelijke schoonheid, zo min als de spontane lyriek van Benoit, vindt geen genade meer en is ongenietbaar geworden voor de al te cerebrale, op het modernisme afgestemde musicus ... Er komt misschien al spoedig een tijd waarin de sublieme eenvoud en de waarde van Benoits oeuvre algemeen zullen erkend en gewaardeerd worden. Ook van sociaal standpunt is dit werk van onschatbare betekenis. Zowel als Constantin Meunier de waardigheid en de verheven schoonheid van het volkstype vereeuwigde, zo huldigde Benoit door zijn werk de volksaard op ongeëvenaarde wijze, tientallen jaren voor dat er zoveel spraak was van democratie of "alles door en voor het volk"... Zo gezien is dat het werk dat past in onze tijd. Zo gezien is en blijft dit van doorslaande betekenis. Maar dan mag het niet bij ene "Herdenkingsplechtigheid" blijven" 
(Volksgazet, 8 maart 195l).

Opvallend in deze tekst ook een verwijzing naar een pleidooi van De Vocht (al in 1951!) voor de herwaardering van Benoits oeuvre.


1951 - Rubenscantate o.l.v. Lodewijk De Vocht

De uitvoering op 17 maart 1951 in de (huidige) BOZAR te Brussel is wellicht het best gedocumenteerd en foto’s ervan werden nog verder gebruikt in volgende uitgaven.

Hieronder tevens het titelblad en van het curriculum van De Vocht en van de ‘Koninklijke’ Chorale Caecilia: aan een stortvloed van superlatieven geen gebrek, maar anderzijds toch ook een sprekend tijdsdocument over de reputatie van De Vocht en deCHORALE anno 1951.



bottom of page